donderdag 14 maart 2019

Zondag 27 mei, van Powel River naar Telegraph Cove op Vancouver Island


Vroeg opstaan want we willen de vroege boot halen en dat lukt, we staan vooraan en verbazen ons over hoeveel auto's en campers er even later achter ons aansluiten zo vroeg op de zondagmorgen.
Ook de Jehova getuigen zijn al van de partij.

 En daar gaan we, de grote muil opent zich en alles gaat er weer met gemak in.
Daaaag Powel River.


Eerst maar even ontbijten.
En dan halverwege opeens een heel klein eilandje met een vuurtorentje. En jullie weten, ik ben fan van vuurtorens dus, hup op de foto.
En nog eentje, ik word verwend.
Het is sowieso weer een prachtige tocht.

 Vancouver Island in zicht.

 En daar is de terminal van Comox al.
Alles weer vlotjes verlopen.
Gelukkig, want ik ben zeer gevoelig voor zeeziekte, vandaar dat ik ook niet heel vaak met Wim ben mee gevaren. Ik weet nog dat ik eens een stukje met hem meevoer vanuit Engeland over de Noordzee en ik kotsmisselijk bij de reling stond en één van de matrozen me stomverbaasd aankeek en zei:  
  "Maar mevrouw toch, hoe kan u nou zo ziek zijn? Het lijkt het Meer van Galilea wel!"
Spiegel glad zeetje en ik zag groen van beroerdheid.
Maar misschien ben ik er wel overheen gegroeid want eerlijk gezegd ben ik op de Canadese wateren nog nooit zeeziek geweest terwijl ik me van heel lang geleden ook nog kan herinneren dat ik zelfs ziek werd op het veer Kruiningen Perkpolder.
Afijn, dat even ter zijde.
Terug naar Vancouver Island.
we willen naar Telegraph Cove en dat is een heel eind naar het noorden.
Onderweg komen we prachtig boeiende brem tegen.

 En we stoppen even bij dit bordje en kijken uit over dit water waar in het verleden dus nogal eens iets mis ging.

 Zoals gezegd was het een pittig stukje rijden waarbij we maar eer zelden een dorp tegenkomen. En dan opeens blijkt de benzine bijna op. Weijden al een poosje op de reserve en nog geen dorp te zien.
Langzaam maar zeker krijgen we het benauwd; hoe hebben we zo dom kunnen zijn? Gewoon geen erg in gehad.
En nét als we door krijgen dat dit toch echt wel eens een groot probleem zou kunnen worden zien we een bord voor een volgend dorp. Kunnen we het in het ergste geval in ieder geval belopen om een kannetje te halen. Maar gelukkig, de Goden zijn ons goed gezind; we halen de benzinepomp in het dorp. Nog nooit zó blij geweest dat we slang er in kunnen hangen!
Gauw volgepompt en wat lekkers halen voor de schrik.
En dan weer door. Eindelijk het bord Telegraph Cove, rechts af.
En over een weggetje dat steeds smaller wordt en lange duurt dan we hadden gedacht komen we uiteindelijk aan. 
We kunnen kiezen, er blijken twee campsites te zijn, één boven in het bos en één met oceaanzicht.
Uiteraard kies ik voor oceaanzicht.
Haha, zie hier ons uitzicht over de oceaan.
 Deze hebben het beter voor elkaar, ze staan naast het stukje hier boven en hebben dus weids uitzicht.
Geweldig hè.
 Ons uitzicht aan de andere kant is wel heerlijk; het is duidelijk nog heel rustig.
 Daar hebben we mazzel aan want als dit vol staat moet je volgens mijn het gevoel hebben dat je op een heel groot parkeerterrein staat.

 

 Goed, we zetten de boel neer en besluiten naar het haventje te lopen.
 Aan de overkant is het museum gevestigd in een mooi oud houten gebouw. 
Het hele dorpje, of eigenlijk nederzettinkje, bestaat trouwens uit beeldschone oude houten huisjes.
Bij ieder huisje een bordje met de naam en samenstelling van het gezin dat er als eerste gewoond heeft. Die samenstelling was indertijd erg belangrijk want om een school met onderwijzeres te krijgen was een minimum aantal kinderen nodig. In 1912 bestond de nederzetting uit enkele vissershutten en een door één man bezet radiostation. Dit station was er gekomen nadat een gezin met twee doodzieke kindjes vanaf een nabijgelegen eiland was komen roeien voor hulp en toen bleek dat er helemaal geen contact met een dokter mogelijk was. Later kwam dit station tijdens de oorlog nog goed van pas en werd het zelfs een belangrijk communicatie station bij de verdediging van de kust. In de jaren 20 bouwden Marmaduke Wastell en enkele Japanse (!) zakenlieden hier een visverwerkingsfabriek, aar zalm werd gezouten en verscheept naar het Verre Oosten. Aan de andere oever van de baai bouwde men een kleine houtzagerij, die het hout leverde voor de viskratten. Toen kwamen ook de eerste gezinnen er wonen en werden de beeldschone huisjes gebouwd. Als je aangenomen wilde worden was he dus zaak dat je ook kinderen meenam zodat er recht op de eerder genoemde school kwam. Tegenwoordig herbergen de meeste huisjes winkeltjes, cafés en eethuisjes en nog zo'n 20 bewoners (de bofkonten). de meeste historische gebouwen zijn op palen gezet boven zeeniveau en door vlonders met elkaar verbonden.
Wij hebben er weer heerlijk gegeten in de tot restaurant en pub verbouwde vroegere visfabriek.
Hoe romantisch is dit? een trappetje dat naar een huisje leidt.
 Het museum, dat gaan we morgen bezoeken.
 Het souvenirwinkeltje.
 Binnen in de  pub.
 Een paar huisjes.

 Ons heerlijke maal in het restaurant.
 

En het "strandje" aan de oceaan waar we 's avonds nog even naar toe lopen.

Morgen staan de whale watching tour en een bezoek aan het museum op het programma.
Vandaag weet ik nog niet dat deze tour het absolute hoogtepunt van onze beide Canadareizen zou worden...






1 opmerking:

Ineke zei

Gezellig en mooi verslag!!!